Tino Martin

Tino Martin

“Ooit vertel ik de verhalen door aan mijn eigen kinderen”

Al in zijn tienerjaren stond de Haagse Tino Martin op de bühne, toen nog in de strandtent van zijn oom en tante. Met het ouder worden groeiden ook zijn ambities. Jarenlang trad Martin met name op in kroegen, maar het afgelopen decennium groeide hij uit tot een volkszanger van formaat die geliefd is bij een nationaal publiek. Zo stond hij in enkele jaren tijd voor een uitverkochte Ziggo Dome, Carré én het Olympisch Stadion. Dit jaar is hij een van de drie Ambassadeurs van de Vrijheid, en dat noemt Martin “een bijzonder grote eer.”

Martin is van een generatie die relatief veel meekreeg over De Tweede Wereldoorlog. “Toen ik jong was, waren er nog veel mensen die de oorlog meemaakten of overleefd hadden. Hun verhalen leefden voort, ze konden ze immers zelf vertellen. Inmiddels dunt die groep uit. Er groeit  een vierde generatie op die niet meer met de overlevenden kan spreken. Die niet meer uit eerste hand zal horen wat er toen gebeurd is, en hoe mensen de vrijheid simpelweg werd afgenomen.”

Martin ziet het als een belangrijke taak om het bewustzijn rond vrijheid levend te houden. “We moeten er met zijn allen voor zorgen dat wat er is gebeurd, niet in de vergetelheid raakt. Ieder jaar herdenken draagt daaraan bij. Ik vind het eervol dat ook ik mijn steentje hieraan kan bijdragen. Tussen mijn fans zitten veel jonge mensen, tieners van een jaar of vijftien, zestien. Als ik een deel van die groep kan bereiken, ben ik al heel ver.”

Martin hoefde niet lang na te denken over de manier waarop hij zijn ambassadeurschap wilde invullen. “Het klinkt misschien gek, maar ik heb altijd een keer Auschwitz willen bezoeken. WO 2 intrigeert me – ik heb er van alles over geleerd op school, films gezien en erover gelezen. Maar ik denk dat het heel anders is om het van dichtbij mee te maken. Ik denk dat ik dat met eigen ogen gezien moet hebben.”

En dat gaat hij binnenkort doen, vergezeld van iemand die hem onderweg zal begeleiden en bijpraten. “Ik zal een aantal boodschappen meenemen van nabestaanden van overlevenden, die ik in het voormalig concentratiekamp zal achterlaten. Maar wat ik vooral ga doen is de verhalen die ik weer mee terug neem, verder vertellen. Omdat ik vind dat die verhalen verteld moeten blijven worden. Aan een nieuwe generatie, en ooit misschien wel aan mijn eigen kinderen.”